Zorgen én loslaten – hoe doe je dat?
Mantelzorgen lijkt soms op een touwtrekwedstrijd met jezelf.
Je wilt er zijn. Je wilt het goed doen. Je wilt niets missen.
Maar ondertussen roept iets in jou ook: "Ik trek dit niet meer alleen."
En dan komt het schuldgevoel: "Mag ik dit wel denken?"
Betrokken zijn zonder jezelf te verliezen
Als EVV’er in de dementiezorg zie ik hoe zwaar mantelzorg kan zijn.
Zorgen voor een ouder betekent vaak dat je niet alleen ‘doet’, maar ook ‘draagt’:
de angst, het verdriet, de verantwoordelijkheid, de twijfels.
Loslaten voelt dan als falen.
Maar in werkelijkheid is loslaten vaak een daad van liefde.
Wat betekent loslaten eigenlijk?
Loslaten is níet: “Het zal me allemaal worst wezen.”
Loslaten...
Wat als je ouder geen hulp wíl?
Het gebeurt zo vaak. Een dochter belt me en zegt:
"Ik zie dat het niet goed gaat met mijn moeder. Maar ze wil geen hulp. Ze zegt: ik kan het allemaal nog prima zelf."
En ondertussen gaat het wél mis.
Trots, angst en verlies van controle
Veel ouderen zijn bang om zelfstandigheid te verliezen. Hulp accepteren voelt voor hen als toegeven dat ze het niet meer aankunnen.
Of erger nog: dat ze ‘afgeschreven’ worden.
Soms is het ook gewoon koppigheid. Maar meestal zit er angst achter.
Angst voor verandering. Angst voor het verpleeghuis. Angst dat anderen alles overnemen.
Wat kun jij doen?
Mijn ervaring: blijf rustig. En probeer niet meteen oplossingen op te leggen. Wat helpt:
Luisteren. Vraag wat je ouder precies dwarszit....
Wanneer is het genoeg?
In mijn werk als EVV’er in de dementiezorg zie ik het vaak: mantelzorgers die nét iets te lang zijn doorgegaan. Die zeggen: "Achteraf gezien waren we er al overheen."
Ze wilden het goed doen. Liefdevol blijven zorgen. Maar ergens onderweg zijn ze zichzelf kwijtgeraakt.
Het sluipt erin
Je begint met wat hulp in huis. Dan kook je elke dag een warme maaltijd. Daarna regel je de was, de medicatie, het overzicht. Je gaat er 's nachts naartoe als er paniek is. En je werk? Je eigen gezin? Dat schiet erbij in.
Maar je denkt: "Ik moet dit kunnen. Het is mijn moeder."
Of: "Mijn partner heeft voor mij gezorgd, nu ben ik aan de beurt."
Totdat je lichaam iets anders zegt. Je slaapt slecht. Je huilt vaker dan vroeger. Je wordt boos. Je vergeet zelf ook...
Wanneer weet je dat het tijd is?
Bij ons in het wooncentrum zie ik het vaak gebeuren: de partner of dochter die iemand komt brengen. Moe. Twijfelend. Alsof ze zich schuldig voelen. Alsof ze ‘te snel’ hebben opgegeven.
En dat terwijl het ‘zolang mogelijk thuis wonen’ eigenlijk allang gepasseerd was.
De twijfel die vreet
Er is veel weerzin tegen het verpleeghuis. En ik snap het. De media staan vol met berichten over personeelstekort, fouten en schrijnende situaties. Ouderenmishandeling. Bureaucratie. Bezuinigingen.
Maar dat is niet het hele verhaal.
Ik zie ook de werkelijkheid van alledag: mensen met dementie die de weg kwijt zijn in hun eigen huis. Die vergeten dat ze net gegeten hebben. Die een warme pan op een plastic snijplank zetten. Partners die waken, al maanden, en die nergens meer...